verslag: Gesprek Wethouders en Bestuur Stichting Blekersveldgroen

Posted on

Buurtgenoten,

Vandaag als voorzitter en secretaris van de stichting Blekersveldgroen overleg gehad met 2 wethouders over de tijdelijke woningbouwplannen voor statushouders en andere urgent woningzoekenden op het Blekersveld. Wij waren hiervoor speciaal uitgenodigd. Verbazing alom toen de wethouder wonen ons vroeg waarover wij het wilden hebben!!! Vervolgens werd zij snel bijgepraat door de projectleider. Hoe nou serieus genomen!

Ingebracht dat wij kennis hebben genomen van de brief van het college aan de raad over de voortgang van de tijdelijke woningbouw voor statushouders. Vragen gesteld als waarom nu het college ineens bevoegd is om de locatie Blekersveld aan te wijzen terwijl dit bij de locaties Zomerzorgerlaan en Westelijke Randweg 1 toch met een voorstel aan de raad is voorgelegd als bevoegd beslissend orgaan. Dat die werkwijze voor de belanghebbenden van genoemde locaties de mogelijkheid bood om in te spreken. Scherp neergezet dat wij als stichting, maar ook alle bewoners van het Blekersveld en omgeving door college en raad zijn uitgesloten van enige vorm van participatie. Dat de participatie die het college ons als belanghebbenden nu nog biedt, is teruggebracht tot informeren door het college op 26 augustus 2020. Dat dit in strijd is met het vastgestelde participatiebeleid van de gemeente die participatie tot een groot goed heeft verklaard in haar collegeprogramma. Willekeur derhalve. Dat de stelling van het college dat zij mogen beslissen over de locatie voor tijdelijke woningbouw zeer discutabel is. Dat deze bevoegdheid dan moet blijken uit een delegatie danwel mandaatsbesluit van de raad.

Vervolgens gewezen op de trucs die het college nu probeert door te drukken om de woningbouw van 30 woningen voor statushouders en 30 voor andere urgente woningzoekenden door ruimtelijke ordeningsprocedures te splitsen in 2 projecten, waardoor vereenvoudigde ruimtelijke ordeningsprocedures kunnen worden gebruikt en de bij de uitgebreide procedures geëiste Milieu effectrapportage achterwege zou kunnen blijven. Gevraagd naar het advies hierover van de huisadvocaat van de gemeente, omdat de conclusie  van door de stichting gevraagde bevriende juristen was dat de Raad van State als hoogste rechtsorgaan hierop in het verleden een veto heeft gegeven. Die was nog niet binnen zo werd gesteld, maar die zou ook niet aan ons worden verstrekt.

Ingegaan op de mededeling dat de gemeente nu eerst zou besluiten tot het uitvoeren van de sanering van de vervuilde grond. Duidelijk gemaakt dat dit ook een trucje van het college is omdat de kosten van sanering dan niet ten laste zouden komen van de ruimtelijke plannen die de woningbouw mogelijk moeten maken waardoor deze economische niet uitvoerbaar zouden zijn.

Dat in 1994, 1995, 2004 en 2008 er ook bodemonderzoeken zijn uitgevoerd die volgens brieven van het college bewezen dat de grond licht verontreinigd zou zijn. Dat uit het pas onlangs uitgevoerde bodemonderzoek is gebleken dat de grond zwaar vervuild is. Dat uit de rapportage hierover blijkt dat de eerder uitgevoerde onderzoek zo minimaal zijn opgezet dat niet voldaan is aan de normen van bodemonderzoek. Geconstateerd dat nu getwijfeld wordt aan de juistheid van de uitkomsten voor de gebouwde woningen op het  Blekersveld. Dat zich er zich relatief veel ernstige ziektegevallen voordoen.

Dat het naar voren schuiven van de sanering daarnaast betekent dat het gehele gebied zal worden ontbost en afgegraven en daarna van een nieuwe toplaag zal worden voorzien. Dat de grond daarna welhaast bouwrijp is. Dat dit alles geschied voordat er definitieve uitspraken zullen zijn op de later ingezette ruimtelijke ordeningsprocedures. Dat dit in bestuurlijk Nederland de ”Salamitactiek” wordt genoemd. Een “tactiek” die door de Raad van State niet wordt geaccepteerd.

Tot slot geconstateerd dat het bestuur van de stichting en het college lijnrecht tegenover elkaar staan. Dat de rechter uiteindelijk uit zal moeten spreken wie in zijn gelijk staat. Dat wij als stichting zullen nadenken over eisen die we aan de woningbouw zouden willen verbinden indien de gemeente uiteindelijk in het gelijk zal worden gesteld.