Bron: Binnenlands bestuur: Adriaan de Jonge
De sociale problematiek stapelt zich steeds verder op in de ‘kwetsbare wijken’. Waar vroeger het rijk en de woningcorporaties bijdroegen aan de leefbaarheid van die buurten, staan gemeenten er nu alleen voor. Bericht uit het Arnhemse Klarendal.
Getrimde baarden
De comfortabele, uit Amerika geïmporteerde stoelen van de luxe barbershop aan de Klarendalseweg in Arnhem zijn stuk voor stuk gevuld door mannen met volle en strak getrimde baarden. De barbiers dragen witte labjassen, er is Warsteiner op de tap, en op de muur staat ‘Cheap haircuts are not good!’. Verderop in de straat vind je het monumentale oude postkantoor met de naam Station Klarendal, waarin restaurant Goed Proeven is gevestigd. Net om de hoek ligt het hippe café Caspar en ‘boutique hotel’ Modez, met kamers die zijn ingericht door modeontwerpers.
Je moet erg goed kijken, wil je in de Arnhemse wijk Klarendal nog de sporen terugzien van de probleemwijk die het ooit was. Waar je in de vorige eeuw nog over de junks struikelde, worden nu baarden gestijld. Waar in 1989 een knokploeg van buurtbewoners de huizen van dealers en de auto’s van drugstoeristen vernielde, werken nu veelbelovende modeontwerpers aan hun nieuwe collectie. Waar vroeger geen Arnhemmer wilde wonen, woont nu de burgemeester. Hoewel de problemen niet helemaal zijn verdwenen, is Klarendal een wijk waar Arnhemmers trots op zijn.
Grote transformatie
Dat de Klarendallers prettig wonen, blijkt al sinds een jaar of tien uit peilingen onder de bewoners. Die geven hun buurt nu net zulke goede cijfers als in de andere delen van Arnhem, vertelt Berry Kessels trots. Kessels past prima in het straatbeeld met zijn goed verzorgde baard en een witte zakdoek in het borstzakje van zijn blazer die matcht met zijn nette witte schoenen. Hij was betrokken bij de grote transformatie van Klarendal, die rond 2008 in gang werd gezet. Destijds werkte hij voor woningcorporatie Volkshuisvesting Arnhem. Sinds kort is Kessels zelfstandig wijkontwikkelaar.
Toch zijn er signalen dat de leefbaarheid van Klarendal weer terugzakt. Eind vorig jaar klopten bezorgde bewoners bij de gemeenteraad aan om te klagen over de stijgende drugsoverlast. Om nóg een opstand zoals die in 1989 te voorkomen, moest de gemeente ingrijpen, was de boodschap.
Open inrichting
Dat soort signalen zijn door heel Nederland zichtbaar. De leefbaarheid in wijken met veel sociale huur keldert in dreigend tempo, waarschuwde wooncorporatiekoepel Aedes eerder dit jaar. Een terugkeer van ‘achterstandswijken’ is dichterbij dan ooit, concludeerde de vereniging. De concentratie van sociale problematiek wordt in corporatiewijken steeds groter en serieuzer. ‘Er wonen veel mensen met weinig opleiding, mensen die de taal gebrekkig spreken, mensen met psychische problemen, mensen zonder werk, noem maar op’, vat Kessels samen. Of, zoals hij het onlangs in een opiniestuk verwoordde: de volksbuurt gaat steeds meer op een ‘open inrichting’ lijken.
Neerwaartse trend
Matthijs Uyterlinde doet voor kennisinstelling Platform31 onderzoek naar de leefbaarheid van wijken. Hij ziet de neerwaartse trend al sinds 2012. Bovendien beperken de problemen zich niet tot de grote steden, benadrukt hij: ‘Ook in middelgrote steden zoals bijvoorbeeld Emmen, Lelystad of Dordrecht zijn buurten die dreigen af te glijden. Iedere lokale woningmarkt kent een zwakke plek.’
Een paar jaar geleden introduceerde Platform31 daarom de term ‘kwetsbare wijken’. ‘Achterstandswijk of probleemwijk werkt stigmatiserend, legt Uyterlinde uit. ‘Kwetsbaar heeft iets van hoop. Het leefklimaat is kwetsbaar, maar als je er goed voor zorgt, kan het weer gaan bloeien. We willen perspectief schetsen, maar wel onderkennen dat in deze wijken iets aan de hand is.’
Hoe komt het dat de corporatiewijken steeds minder leefbaar worden in een steeds rijker wordend land?
Lees de rest van dit artikel in Binnenlands Bestuur nummer 20.