NH Nieuws: Het Blekersveld in Overveen maakte ooit deel uit van wereldberoemd ‘witwasproces’

Posted on

Bron: NH Nieuws | Paul Tromp

Het Blekersveld in Overveen, een stuk groen langs de Westelijke Randweg, is al maanden onderwerp van discussie in de gemeente Bloemendaal. De gemeenteraad wil er een grote woontoren van zo’n zestien verdiepingen hoog laten bouwen, maar er is veel weerstand uit de buurt. Waar heeft het veld eigenlijk zijn naam aan te danken en heeft er vroeger ook al bebouwing gestaan?

Het Blekersveld is, de naam doet het al vermoeden, vernoemd naar de vele blekerijen die in de omgeving van Haarlem lagen. “Blekerijen zijn grote, in de openlucht gelegen wasserijen”, vertelt Gert Jan van Setten. Hij is al jarenlang redacteur bij de historische vereniging Ons Bloemendaal.

Om Haarlem heen lagen vanaf het einde van de zestiende eeuw tientallen van die blekerijen. Kunstenaars zoals Jacob van Ruisdael schilderden regelmatig het beeldgenieke landschap rondom de stad: grasvelden en duintoppen bedekt met gebleekt textiel, dat in het zonlicht lag te drogen. Daardoor zijn de blekerijen in Kennemerland ook wereldberoemd geworden.

De eerste blekerijen ontstonden door de komst van Vlamingen en Brabanders, die op de vlucht waren geslagen voor de Spanjaarden. “Zij kenden de bedrijfstak uit hun eigen omgeving en begonnen er daarom hier ook mee”, legt Van Setten uit.

Van grauwe kleur naar spierwit

“Er kwamen twee soorten textiel naar een blekerij. Allereerst vuil huishoudelijk textiel, maar ook nieuw geweven linnengoed en garen. Het ‘verse linnen’ had een beetje een grauwe kleur en kon in de blekerij weer mooi wit worden gewassen. Daarna ging het terug naar bijvoorbeeld de groothandelaar, meestal verpakt in blauw papier.”

Op het huidige Blekersveld stonden vroeger ook gebouwen die bij een blekerij hoorden. Denk aan het woonhuis van de bleker, maar ook aan bijvoorbeeld opslagloodsen. “Het bleken was seizoenswerk, want je had de zon nodig om de stof te kunnen drogen. Seizoenarbeiders, zowel mannen als vrouwen, sliepen vaak bij elkaar op de zolder. En dat leverde nog wel eens onderlinge opstootjes op.”

De groene grasvelden in de omgeving van Haarlem leenden zich perfect voor het bleken. Uit de naastgelegen duinen stroomde namelijk zeer helder kwelwater, wat het bleekproces natuurlijk ten goede kwam. Het stond ook wel bekend als ‘Haarlemmer Bleek’. “De blekerijen hadden regelmatig conflicten met de Haarlemse bierbrouwers. Want ook zij wilden dat heldere water gebruiken voor het brouwproces”, vertelt Van Setten.

Om te kunnen bleken, werd opvallend genoeg ook karnemelk gebruikt. Boeren uit voornamelijk Vogelenzang leverden duizenden liters aan de blekerijen. Daardoor hing er rond de blekerijen altijd een wat zure lucht, waar omwonenden niet heel blij mee waren. “Maar door karnemelk werd de kleur nóg witter en kon het textiel heel strak gevouwen worden. Naast de zure lucht kwam er ook een hoop vuiligheid in een vijver terecht, genaamd ‘de stinkerd’.”

Seizoenarbeiders vouwen het witgoed bij één van de blekerijen – Foto: Noord-Hollands Archief

Eén van de bekendste blekerijen in de omgeving van Overveen was die van de familie Gehrels. Het bedrijf werd opgestart door de uit Duitsland afkomstige Oltmar Gehrels. Zijn zoon Johannes Christiaan nam de zaak over en maakte van de blekerij een wasserij. De zaak was één van de laatste wasserijen in Nederland, waar één van de werknemers een paard was. Het dier hielp bij het uitpersen van de was.

Een paard helpt mee in de wasserij van de familie Gehrels – Foto: Noord-Hollands Archief

De gemeente Bloemendaal heeft een aantal gebouwen van de blekerij van de familie Gehrels geschonken aan het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Daar kunnen bezoekers nog steeds uitleg krijgen over het bleekproces.

“Dat is op zich best jammer, want het is de enige nog overgebleven blekerij uit die tijd”, vertelt Van Setten. “Eigenlijk zou er in Overveen een dergelijk gebouw moeten komen, waar we ook een museum van zouden kunnen maken.”

Blauwselfabriek

Aan het eind van de negentiende eeuw was het gedaan met de meeste blekerijen en wasserijen. Veel eigenaren stapten over op de lucratievere bollenteelt. “Ik weet dat later, op de locatie van het huidige Blekersveld, ook nog een blauwselfabriek heeft gestaan.” De heer Googel was daar de directeur van. Ook blauwsel, gemaakt van kobalt, werd in blekerijen gebruikt. “Googel is onder meer grondlegger van het Nederlandse belastingsysteem en heeft zijn spaarcenten in de fabriek gestopt”, legt Van Setten uit.

Advertentie voor de wasserij van de familie Gehrels – Foto: Noord-Hollands Archief

“Daarna is het Blekersveld onbebouwd gebleven en hebben koeien er zeer waarschijnlijk rond lopen grazen”, vertelt Van Setten. Jaren geleden groeiden er ook bomen en bloemen op het Blekersveld, waar omwonenden erg van genoten. Het was bovendien een natuurlijke barrière tegen het geluid van de auto’s op de Westelijke Randweg. De bomen zijn uiteindelijk gekapt, omdat ze plaats moesten maken voor woningbouw.

Woontoren

Historische vereniging Ons Bloemendaal wil nog geen uitspraken doen over de mogelijke bouw van de hoge woontoren. Daar zouden dan zo’n 120 sociale huurwoningen in moeten komen. Overigens ligt er alleen nog maar een schets, dus het proces staat nog in de kinderschoenen.

De wijk naast het veld, ook genaamd Blekersveld, is tegen de bouw van de toren. Zo ook een groep woonwagenbewoners die ook graag wil uitbreiden op het veld. Beiden dreigen het bouwproces met rechtszaken te gaan vertragen. Wie weet zou een blekerijmuseum in de tussenliggende jaren dan helemaal geen gek idee zijn.