Bezwaar tegen het niet in behandeling nemen van de gedane aangifte tegen het overtreden van de gemeente Bloemendaal van de APV

Posted on

Parket Officier van Justitie Noord-Holland
Postbus 601
2003 RP Haarlem

Betreft zaak met uw kenmerk PL1100-2021052603-1.

Overveen, 6 juni 2021

Edelachtbare heer, vrouwe,

Hierbij maakt het bestuur van de Stichting Blekersveldgroen bezwaar tegen het niet in behandeling nemen van de gedane aangifte tegen het overtreden van de gemeente Bloemendaal van de Algemene Plaatselijke Verordening. Het betreft hier het ongeoorloofd kappen van vier Esdoorns op het Blekersveld te Overveen.

Uiteraard heeft ons bestuur er geen bezwaar tegen dat u voorrang geeft aan de aanpak van andere misdrijven. Dat neemt niet weg dat –zeker in een tijd waarin de betrouwbaarheid van het handelen van overheidsorganen ter discussie staat- het onacceptabel is dat het college van B en W van de gemeente Bloemendaal wegkomt met het feit dat het gehandeld heeft in strijd met zijn eigen regelgeving. Nu u van iedere burger verwacht dat hij/zij zich aan de wet en regelgeving houdt, en u daarop ook acteert, zo dient u ook op te treden bij het fout handelen van de overheid. Gelijke monniken, gelijke kappen zo luidt immers het spreekwoord.

De gemeente Bloemendaal heeft willens en wetens -binnen de termijn van 6 weken waarop bezwaar tegen de afgifte van de kapvergunning kan worden aangetekend- de kap geëffectueerd. Het college probeert dit nu te vergoeilijken door te stellen dat de kap een “noodkap” zou zijn geweest in verband met veiligheidsrisico’s. Gelet op het gestelde hierover In de Algemene Plaatselijke Verordening, betwisten wij deze stelling van het college.

Onder Artikel 4:15 van de APV is het volgende bepaald.
Artikel 4:15 Standaardvoorschrift van niet-gebruik
1. Aan de vergunning als bedoeld in artikel 4:11, 1e lid, verbindt het bevoegd gezag het standaardvoorschrift, dat van de vergunning feitelijk geen gebruik wordt gemaakt:
a. binnen zes weken na afgifte of, indien nog niet op een binnen deze termijn ingediend bezwaarschrift inzake deze vergunning is beslist, tot op het moment dat op dit bezwaarschrift is beslist;
b. tijdens het broedseizoen, jaarlijks van 15 maart tot en met 15 juli;
c. in het geval van verplanten van houtopstanden: buiten het verplantseizoen, jaarlijks van 15 maart tot en met 15 november;
2. Het bevoegd gezag verleent met redenen omkleed de vergunning zonder het onder sub a genoemde standaardvoorschrift indien naar zijn oordeel het onverwijld gebruik maken van de vergunning noodzakelijk is.
3. Het bevoegd gezag kan in uitzonderlijke gevallen gemotiveerd afwijken van de in lid 1 onder b en c genoemde voorschriften.
In de vergunningverlening voor de vier Esdoorns is geen motivatie/argumentatie opgenomen waaruit blijkt dat het bevoegd gezag van oordeel was dat het onverwijld gebruik maken van de vergunning noodzakelijk is.

Met andere woorden de kapvergunning die is verleend voor de esdoorns is volgens de reguliere procedure verlopen, waarop het standaardvoorschrift van niet-gebruik van toepassing is.
Door binnen de bezwaartermijn tot kap over te gaan heeft het college dus gehandeld in strijd met zijn eigen regelgeving.

Wij gaan er vanuit dat bovenstaand bezwaar voor u reden is deze zaak alsnog in behandeling te nemen.
Mocht u anders besluiten dan laten wij u nu reeds bij voorbaat weten dat wij alsdan zullen overwegen bij het Gerechtshof beklag te doen ingevolge het bepaalde in artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering.

Met vriendelijk groet,

 

Het bestuur van de Stichting Blekersveldgroen,

Stijn de Geus, voorzitter                                                                                                                                                        Gert Valster, secretaris